THE DELTA SAINTS - DE LOODS, AARSCHOT - 13/10/11 | |||||||||
|
Uitvalbasis van The Delta Saints is country-hoofdstad Nashville (Tennessee), maar de culturele en muzikale roots van dit vijftal liggen – zoals hun naam al verraadt – in Louisiana en de Mississippi Delta. Verwacht je dus aan een flinke scheut delta blues, southern soul en rootsrock. Geen oubolligheden, wel een hedendaags geluid gebracht met veel passie, kracht, zweterige energie en smerige dynamiek. Furieuze harmonicalijnen, geladen vocalen en gespierde blues maken het plaatje af. The Delta Saints klinken en spelen als een goed geoliede machine vol stevige grooves, zonder daarbij het buikgevoel kwijt te spelen en als live band in hart en nieren staan ze telkens opnieuw garant voor energieke shows. In relatief korte tijd heeft de band een sterke fanbase opgebouwd in de VS maar ook hier in onze lage landen. Begin oktober verscheen hun gelijknamige debuutalbum (zie recensie) via Dixiefrog en waren ze in Belgie voor een aantal optredens, waaronder hun bezoek aan De Loods in Aarschot (zie recensie). We verwachten dan ook nog veel van deze band te horen in de toekomst. Rootstime in een interview meer te weten over the next big thing. Kunnen jullie ons om te beginnen even uit de doeken doen hoe jullie deze band opgestart hebben? DS: De drummer en bassist groeiden samen op in Kansas en studeerden ook samen aan de University of Kansas. Later zijn we alletwee naar een andere school in Belmont getrokken, waar we Greg en Ben leerden kennen. Vanaf de eerste dag zijn we eigenlijk samen beginnen jammen en bleek het meteen goed te zitten. Dylan Fitch, onze huidige (en hopelijk laatste) gitarist, is in feite reeds de derde gitarist die deze groep gehad heeft. Niet dat we de vorige twee zelf aan de deur gezet hebben hoor, beide hebben de Delta Saints verlaten omdat ze wilden trouwen. Zo zijn we uiteindelijk bij Dylan beland, die we kenden vanuit een gemeenschappelijke les. Hij is er nu al iets meer dan een jaar bij en daar zijn we erg blij mee, vooral omdat het met hem van meet af aan op muzikaal vlak klikte. Het is niet gemakkelijk om een bepaald etiket te plakken op wat voor stijl van muziek jullie precies spelen. Wij zijn geneigd om te stellen dat het een combinatie is van swamp-rock, delta-blues en hier en daar wat funk en soul. Hoe zouden jullie het zelf omschrijven? DS: Ik begrijp je probleem, blijkbaar is het iets waar wij niet alleen zelf maar ook meerdere muziekrecensenten en journalisten mee worstelen. We zouden onze stijl zelf niet ‘blues-rock’ noemen, aangezien dat in de V.S. tegenwoordig een hele negatieve connotatie heeft gekregen. Daarnaast denk je ook niet meteen aan een vijftal jonge kerels als ons waneer je die term gebruikt. Daarom noemen we het vaak al lachend ‘drunk delta-blues’. Onlangs kwam onze drummer Ben echter aanzetten met de term ‘delta-rock’, die volgens ons de lading veel beter dekt. Tijdens onze tournee zijn we in Spanje een affiche voor een van onze optredens tegengekomen die onze stijl omschreef als ‘swamp-boogie dirty-rock’, wat we ook vrij accuraat vonden. Kortom: we moeten eerlijkheidshalve bekennen dat we er zelf nog niet helemaal uit zijn. Is deze complexiteit te wijten aan het feit dat jullie allemaal verschillende muzikale achtergronden hebben? DS: Zeker en vast. Er zijn wel een aantal bands waar we een aantal elementen gemeenschappelijk mee hebben zoals de Black Keys, het vroege werk van The White Stripes, etc. maar onze muzikale invloeden zijn sterk uiteenlopend. Ik denk dat veel mensen verbaasd zouden zijn indien ze zouden weten naar wat voor muziek wij in onze tourbus luisteren. Maar dat is ook een van de voornaamste redenen waarom we zelf zo tevreden zijn met de sound van deze band. Ook het publiek beleeft er plezier aan; doordat onze achtergrond sterk gevarieerd is zal de luisteraar zich zeker niet vervelen. We zijn ondertussen al negen weken op tournee in Europa en dus spelen we onze nummers zo vaak opnieuw dat we ook voortdurend aanpassingen blijven maken. Zo integreerde de drummer een aantal geweldige New-Orleans grooves en lanceerde Greg onlangs een gezamelijke sissy strut tijdens een van onze solo-momenten tijdens het optreden. Zelfs ten opzichte van ons vorige optreden in Belgie (op (Ge)Varenwinkel) zijn we reeds lichtjes geevolueerd en verbeterd, wat het natuurlijk voor ons enorm boeiend maakt. Jullie staan vooral bekend als uitstekende live-band. Is deze nadruk op het live-gebeuren iets waar jullie van meet af aan bewust naartoe hebben gewerkt? DS: In de herfst van 2007 zijn we beginnen muziek schrijven, met ‘Steppin’ als eerste nummer. Het jaar daarop zijn we in de nazomer voor het eerst op tournee gegaan (hoewel dit erg kleinschalig was) en sindsdien hebben we ons zo veel mogelijk optredens trachten te doen. Dat is ook voornamelijk uit noodzaak, aangezien het erg moeilijk is gebleken om de live-energie die zo eigen is aan onze muziek naar een studioalbum te vertalen. We merken wel dat we daar gaandeweg stees beter in worden doordat we zowel als artiesten individueel matuurder zijn geworden, maar ook als collectief steeds beter op elkaar ingespeeld zijn. We hebben er dan ook alle vertrouwen in dat het volgende album ‘Death Letter Jubilee’ er nog beter in zal slagen ons live-werk te benaderen. Hoewel we hopen dat daar spoedig verandering in zal komen, zijn jullie tot nog toe nobele onbekenden in Europa. Merken jullie een duidelijk verschil tussen de reacties van het Europese en Amerikaanse publiek? DS: Gek genoeg zijn we hier veel populairder dan in de V.S. Voor we aan onze Europese tournee begonnen hadden we zelfs nog nooit handtekeningen moeten uitdelen voor we ergens gespeeld hadden. Het is dan ook enorm leuk om hier te spelen en te ondervinden hoe enthousiaste het Europese publiek ons onthaalt. Het lijkt ons ook dat jullie hier muziek – en kunst in het algemeen – meer apprecieren dan elders. In de States is de muziekindustrie sterk verzadigd en gecommercialiseerd. Heel veel recente ontwikkelingen binnen de muziekindustrie die in Amerika begonnen zijn, zoals de indie-hype en de revival van de blues-garage, zijn aanvankelijk heel hoopgevend maar lopen al gauw vast door overaanbod en doorgedreven commercialisering. Zelfs grote artiesten geven nu eerder EP’s en singles uit, omdat die sneller na elkaar uitgegeven kunnen worden en de artiest daardoor gemakkelijker de media-aandacht behoudt. In tegenstelling tot de gemiddelde Amerikaanse luisteraar, die je moet trachten te overtuigen in de twee minuten voor er weer een nieuw nummer van Kanye West opduikt, zijn de meeste Europeanen bereid om een album tijd te geven. Daarnaast heeft bluesmuziek hier niet het negatieve, onpopulaire imago dat het in de States wel heeft. Hoe verloopt het song-writing proces gewoonlijk? DS: Het leuke aan de Delta Saints is dat elk nummer dat je op dit album zult horen op een andere manier tot stand is gekomen. Onze zanger Ben is de meester-songschrijver van deze band, dus de lyrics zijn steeds afkomstig van hem. De ideeen voor de andere delen van het nummer komen daarentegen uit allerlei verschillende hoeken. Vaak beginnen we tijdens een jam-sessie met een bepaalde riff of groove en probeert de rest van de band daar dan een extra element aan toe te voegen om tot een volledig nummer te komen, totdat we het gevoel hebben dat het muzikaal volledig klopt. Onze chaotische manier van werken kostte ons in het verleden wel veel tijd; zo schreven we aanvankelijk ongeveer zes maanden aan een nummer. Tegenwoordig verloopt dat iets vlotter, maar het kan toch nog vaak twee maanden duren. Ben stelde onlangs in een interview dat jullie geen nummers schrijven die voor de populaire radiostations bestemd zijn. Schrappen jullie ook wel eens nummers omdat ze live niet tot hun recht blijken te komen? DS: Over dat interview wil ik (Ben Ringel) even zeggen dat als ik pop-hits zou kunnen schrijven, ik het zeker wel zou doen. Ik zou er niet tegenop zien om een luxueus leventje te leiden door Ke$ha-nummers te schrijven. Maar helaas lukt me dat gewoonweg niet om zulke nummers te schrijven. Het is ons al wel vaak overkomen dat we nummers hebben moeten laten vallen omdat we tijdens een optreden merken dat er nog wat aan schort. Voor elk nummer dat op dit album staat zijn er twee of drie nummers die we tijdens een eerste jam-sessie geweldig vonden, maar wanneer we ze opnieuw speelden toch niet meer zo indrukwekkend bleken. Het leuke is ook dat doordat ieder lid van de band een evenwaardige bijdrage levert aan dit proces, we ook afzonderlijke onderdelen van de nummers eerst kunnen laten rijpen voor we ze echt gebruiken. Zo zijn er een aantal riffs die we gedurende de afgelopen zes maanden al een aantal keer hebben uitgeprobeerd, maar waar we nog niet tevreden over zijn. Bij een volgend nummer is het echter goed mogelijk dat een van ons zich die riffs herinnert en lichtjes aanpast, waarop die plots wel past in het nieuwe nummer. Maar we zouden gemakkelijk nog een aantal Ep’s kunnen vullen met materiaal dat nog moet rijpen of nummers die live gewoon niet liepen. Bij het beluisteren van dit album viel inderdaad meteen ook op dat alles sterk live-gericht is. Zelfs de opbouw, met afwisselend opzwepende stukken als ‘Voodoo Walk’ en tragere nummers als ‘3000 miles’, doet verdacht veel denken aan de structuur van een set-list. DS: Weet je wat het is? Al die nummers die op dit album staan zijn minsten vijf of zes keer ge-‘road test’, en zijn daardoor aangepast volgens hoe wij het op het podium op dat moment aanvoelden maar ook hoe het publiek daarop reageerde. Vandaar dat ook nummers zoals ‘3000 miles’, die de gevoelige snaar trachten te raken, ook steeds naar het einde terug bij onze energieke stijl van optreden aansluiten. Dat blijft tot nog toe eigenlijk onze beste truk om het publiek mee te krijgen. We vertrekken bij het opnemen van een nieuwe EP steeds van onze live-muziek en trachten die dan in een studio-album te gieten, wat het tegenovergestelde is van wat doorgaans in de huidige muziekindustrie gedaan wordt. Wij trekken gewoon de opnamestudio in en zeggen tegen onze producer: “Je hebt het live-gezien, zet het nu maar op een cd.” Tot nu toe zijn we altijd al tevreden geweest met het resultaat, maar we zijn nu eenmaal artiesten en willen steeds beter doen. Zoals eerder al gezegd zijn we ervan overtuigd dat we er met het volgende album ‘Death Letter Jubilee’ er in zullen slagen om die kloof tussen live en studio nog beter te overbruggen. Wat de lyrics betreft blijken jullie je inspiratie voornamelijk uit de delta-folklore te putten. Net zoals jullie blog-stukjes steevast eindigen met ‘To all you Saints, Sinners and soon to be Drunkards’ vinden we bijvoorbeeld taalrijke verwijzingen naar spiritualiteit. Zijn dit de onderwerpen die jullie persoonlijk het meest interesseren? DS: Het zijn simpelweg onderwerpen die deel uitmaken van de wereld waarin wij zijn opgegroeid. De kern van goede blues bestaat uit drie elementen: het goede, het kwade, en de dingen die daartussen liggen zoals vrouwen en drank. Als song-writer vind ik het geweldig om met zulke tegenstelling te werken, ook omdat het elementen zijn waar iedereen zich mee kan identificeren. Trouwens, wat dat drinken betreft: natuurlijk zijn wij zelf verzot op bourbon, maar dat zinnetje kadert toch vooral in het doel van onze optredens. Iedereen in deze band is ervan overtuigd dat als we ergens spelen we ervoor willen zorgen dat mensen plezier maken, entertained worden. Wij willen de mensen hun drukke werkdag even doen vergeten: pak jezelf een glas bourbon of een pint, dans en “have a hell of a good time”. Dat jullie niet slecht bezig zijn, blijkt uit de ronkende name waar jullie in de media mee vergeleken worden. Zo las ik reeds verwijzingen naar Led Zeppelin en Joe Cocker. Zijn zulke vergelijkingen eerder een vloek of een zegen? DS: De twee artiesten die je daar noemt vallen natuurlijk moeilijk te overtreffen of zelfs evenaren. Sommigen van ons zijn opgegroeid met de muziek van deze bands, dus voor ons blijft Led Zeppelin nog min of meer de Heilige Graal op muzikaal vlak. We snappen wel waar die vergelijkingen min of meer vandaan komen. Wat onze optredens betreft is er ook een zekere rauwheid en energie aan wat we spelen, wat te maken heeft met onze gevarieerde achtergronden. Net zoals Led Zeppelin zijn we sterk geworteld in de blues, hoewel onze muziek iets zwaarder en ‘groter’ klinkt. Wat Joe Cocker betreft zijn we niet verbaasd dat Ben’s stem hiermee vergeleken wordt. Beiden hebben een krachtige stem die ook in tragere nummers moeiteloos overeind blijft. Maar dan nog, het blijven enorm grote namen om tegen op te moeten boksen. Joe Cocker was technisch misschien niet de beste zanger, maar de manier waarop die een nummer als ‘With A Little Help From My Friends’ op Woodstock wist te brengen blijft ronduit indrukwekkend. Jullie vorige albums werden reeds onder eigen beheer uitgebracht. Ook met de Kickstarter-campagne doen jullie eerder een beroep op de fans en muziekliefhebbers dan de muziek-industrie. Is dit een bewuste keuze om de commercialisatie te ontwijken en zo weinig mogelijk artistieke toegevingen te moeten doen? DS: Als we echt tot het uiterste zouden gaan zouden we wel financiele steun kunnen krijgen van een platenlabel, maar daar zijn we niet echt happig op. We willen voornamelijk de controle over onze muziek behouden en onze intergriteit behouden. Met deze Kickstarter-campagne kunnen we mensen die onze muziek en optredens appreciëren de kans geven om dit proces aan te sturen en meer inbreng geven. Het Kickstarter-bedrijf is naar onze mening ook op het ideale moment ontstaan: tegenwoordig wordt er enorm veel muziek gedownload, maar tegelijkertijd is er ook nog een geëngageerde gemeenschap van muziekliefhebbers die muzikanten nog echt willen steunen. Het is net dankzij Kickstarter dat wij erin slagen om een beroep te doen op deze mensen. Daar zijn we echt wel blij om, want hoe je het ook draait of keert, op ons eentje zullen we er niet in slagen om dit album te bekostigen. Bedankt voor het interview en veel succes met de jullie Kickstater campagne voor het volgende album! Saar & Jonas
Voor het schamele bedrag van 25usd (= 18,1225eur) krijgt u in ruil al het nieuwste album twee weken voor de officiële release-datum gesigneerd en met vijf extra demo tracks. Wij zijn van mening dat dit jong talent zeker en vast een kans verdient dus moedigen we alle lezers en muziekliefhebbers aan om zich van zijn gulste kant te laten zien. Treuzel echter niet te lang, want het project loopt binnen 21 dagen
|